Een moment geduld a.u.b.
Deze blog verscheen op de website van YOUNG, het young professionals label van Schouten & Nelissen, waar ik als trainer en auteur aan verbonden ben.
"I like it. It’s direct and to the point."
Een Amerikaanse bekende heeft mijn email vol met ‘please’, ‘perhaps’ en ‘possibly’ gelezen en geeft me feedback alvorens ik het naar de Big Boss stuur. Mijn Hollandse directheid echoot er kennelijk nog stevig doorheen, maar het moet maar. Ik was deze zomer op bezoek in San Francisco en nu heb ik het in mijn bol gekregen: een aantal maanden daar werken en leren.
Het vuur zit er bij mij goed onder. Een week nadat ik terug ben uit Californië, heb ik het verzoek neergelegd. En dan wachten. Ik stuur de herinnering na 10 dagen wachten. Ondertussen maak ik alvast mijn agenda leeg. En na 5 dagen stuur ik een 2e herinnering. En kondig ik aan dat ik mijn huis ga verhuren. Ik heb nog geen antwoord, maar whatever.
Aan de andere kant blijft het nog altijd stil. Een 3e herinnering. Wachten. Al mijn vrienden weten er inmiddels van. Een 4e herinnering met CC naar zijn collega. Al bijna een vliegticket geboekt toen er een aanbieding voorbij kwam. Nog maar even wachten.
Amerikaanse collega zegt dat het er positief uit ziet, maar dat ik nog even moet wachten op antwoord van de Big Boss. Ik wacht. En zeg mijn krant vast op. Ik wacht. 5e, 6e en 7e herinnering. Ik wacht en ik wacht en schiet uit mijn slof elke keer als iemand ernaar vraagt. “Ja, ik wacht nog steeds, ja.”
Ik blijk het dus voor geen meter te kunnen, dat wachten. Ik heb er gewoon het geduld niet voor. Donder op met je wachten. Ik hoopte mindful te kunnen omgaan met het ‘niets’, de leegte, de ruimte. Maar nee, ik vind wachten stom, irritant en zijn we er al bijna want ik wil niet méé-héé-héér.
Ondertussen ben ik een crowdfund-weekend aan het organiseren om mijn trip te kunnen financieren. Jep, een heel weekend.
Want ik kan misschien slecht wachten. Maar ik kan wel heel goed stappen zetten. Niet een akkoord afwachten maar gewoon beginnen. Iets uit de grond stampen, dat kan ik. Ik ben geen geduldige toekijker, ik ben een ongeduldige mouwenopstroper.
Het is direct en to the point, en ik mag hopen dat die Amerikanen het gaan waarderen: de beide kanten van ‘mijn’ medaille.