16 do’s voor meer gelijkheid

Deze blog verscheen eerder op www.improblog.nl van Sytse Wilman

Natuurlijk wil jij ook dat je medespelers zich prettig en gezien voelen. En dat je publiek zich herkent in de scenes die je speelt. Gelijkheid, hoera! Discriminatie, boeh! Maar improvisatie is spelen op impuls, dus hoe doe je dat? Alleen meeknikken met Sytse’s blog, is dat genoeg? Ook ik krabte me achter mijn oren en stelde mezelf de vraag: Hoe dan? Ik vroeg het mijn Europese impro-vrienden en kreeg er deze 16 to-do’s uit. Fijn, dingen die je kan doen. Al is het er maar eentje.

Foto: Mathieu van den Berk

Foto: Mathieu van den Berk

  1. Bedenk een rijtje vragen voor publiekssuggesties, die een meer geëmancipeerde insteek hebben.

    • Welke vrouw bewonder je?

    • Wie wil er iets vertellen over de laatste keer dat je gehuild hebt? (en dan bij voorkeur een man uitkiezen)

    • Wat heb je onlangs bij de bouwmarkt gekocht? (en dan bij voorkeur een vrouw uitkiezen)

  2. Vlak voor de show: doe een warming up waar je aan typische (ongeëmancipeerde) valkuilen werkt.

    • Speel 7 varianten van dezelfde rol. 1 speler blijft op het podium, de andere springen om de beurt in, centrale speler krijgt een rol (bijv. De moeder) en speelt 7 soorten moeders: stoere, zorgzame, luidruchtige, lesbische, dove, sexy en werkende moeders.

    • Speel hoge en lage status als man en als vrouw (en genderqueer!). En alle geaardheden.

    • Korte scenes met als aandachtspunt: evenveel spreektijd voor beide spelers.

    • Of als aandachtspunt: elkaar helemaal laten uitspreken.

    • Deel een persoonlijk verhaal rondom emancipatie, seksisme of discriminatie. Luister. Het zorgt voor verbinding tussen de spelers (het delen én het luisteren), en als inspiratie voor scenes daarna.

  3. Verzin een aantal openingszinnen die jezelf (of de ander) definiëren in een situatie die je vaker op het podium wil zien.

    • “Ik als de president wil jullie graag het volgende voorstellen…”

    • “Ik ben het, uw nachtverpleger Maarten. En hoe voelen we ons vandaag, mevrouw Von Münchhausen?”

    • “Mevrouw de agent, wanneer mag ik uit deze cel?”

    • “Papa Hans, wanneer komt Papa Alex thuis met het nieuwe hondje?”

  4. Bij het nabespreken van de voorstelling, kijk eens naar vragen als:

    • Hoe deden we het deze keer op de Bechdel test?

    • Hebben we scenes gespeeld waarin minderheden voorkwamen?

    • In welke scene was er een kans voor een meer geëmancipeerde keus?

    • Hoe was ons publiek samengesteld? Kan dat nog diverser?


    • Dit gaat vanzelfsprekend niet over het afbranden van scenes, maar door steeds één van deze vragen te stellen, gaan je hersenen vanzelf hier bewuster van worden. Vier het groots als het goed ging!

  5. Loop je vaak tegen dezelfde opmerkingen aan? Bijvoorbeeld over het feit dat je een vrouw bent, een ander figuur hebt, anders praat, anders doet, er anders uitziet, etc., verzin dan eens een paar comebacks. Positief, gevat, confronterend, liefdevol, scherp, gewoon vragend waarom iemand dat doet… Net wat je stijl is. Als je ze toch van verre ziet aankomen, dan kan je ze ook prima voorbereiden.

  6. Probeer het eens andersom. Zet scenes op die spelers in een atypische rol neerzetten:

    • Laat een vrouw een man intimideren in een donker steegje

    • Laat een groep vrouwen elkaar opzwepen niet zo’n watje te zijn.


    • Het nabespreken hoeft niet uitgebreid of heel zwaar. Het is voor de spelers een interessante ervaring (ook om te horen hoe het nog geloofwaardiger kan), maar ook voor publiek kan het heel gaaf zijn om typische situaties ‘andersom’ te zien.

  7. Voeg archetypes toe aan typische relaties, zoals een heteroseksueel huwelijk. (Bijv. Jung, of Jason Geary’s archetypes) Hierdoor ontstaan ook weer verrassende invullingen van typische relaties.

  8. Draag kleding die anders voelt, en wees daardoor fysiek geïnspireerd:

    • Overalls, m.n. voor vrouwen (wij doen dit met The Ferocious Four en zelfs erin trainen zorgt voor een andere lichaamshouding)

    • Een sjaal, m.n. voor mannen (de Turkse groep Istanbulimpro gebruikte een sjaal en een stok om werkelijk alles te illusteren)

    • Zachte stoffen, of juist stevige stappers. (Ooit wil ik een impro-team zo gek krijgen in zijden jumpsuits te spelen en kijken wat dat oplevert)

  9. Kijk nog eens naar je podiumoutfit en overweeg: in hoeverre schept deze outfit al verwachtingen over mijn karakter?

    • In een jurk denken medespelers toch sneller aan jou als zijnde een vrouw. Een vrouwelijke vrouw waarschijnlijk.

    • Met lang haar ook. Dan biedt je haar vast dragen uitkomst. (Een collega-improviser bijvoorbeeld, zegt dat ze nu met kort haar véél vaker mannenrollen krijgt toebedeeld dan daarvoor. Wat je al niet over moet hebben voor de kunst…)

    • Met een baard krijg je vermoedelijk ook minder snel vrouwenrollen dan zonder. Als je niet bereid bent je te scheren, zet dan actiever zélf vrouwenrollen in.

  10. Stel een quotum in voor je groep, voor je show, voor je toernooi. Net zoals in de zakenwereld is het niet de enige oplossing, maar het werkt wel. Want mochten er niet genoeg gekwalificeerde vrouwen/minderheden zijn, dan ga je harder zoeken (of beter opleiden).

  11. In je groep, geef meer ruimte aan zachtaardige mannen, aan vrouwen en aan minderheden. Ruimte in gesprek, in aantal spelers, in podiumtijd, etc. Zelfs (of júist) als ze prima tevreden zijn met hun rol. Veel mensen op de achtergrond zijn comfortabel daar, maar je impro, je verhalen, je gesprek en je voorstelling worden beter met meer verschillende geluiden.

  12. Een regisseur of docent kan meer tijd/ruimte geven aan hen die we minder zien en horen. Het is een positie met iets meer macht en dat kan je inzetten voor meer emancipatie en diversiteit.

  13. Geef spelers een geheime taak om andere keuzes te maken, of door hun medespelers gedefinieerd te worden in iets nieuws.

    • Maak in 1 van je scenes medespeler C. de held.

    • Zorg dat je zoveel mogelijk vrouwelijke spelers bij je op het podium krijgt

    • Speel in 1 van de scenes een personage met een handicap (daar hoeft het niet over te gaan).

  14. Wijs een ‘spion’ aan voor je voorstelling. Laat deze persoon observeren tijdens de warming-up, de show en achter de schermen. Bij het bespreken van de show achteraf, mag deze persoon in 5-10 minuten terug geven wat hen opviel aan hoe men met elkaar omging.

  15. Wees je bewust van je blinde vlekken. We hebben ze allemaal. Vraag anderen wat de jouwe zijn. Luister.

  16. Luister.

N.B. Wil je een voorstelling zien vol met bad-ass spelers? Waar vrouwen gewoon keigoed zijn in vechten, achtervolgen en bommen ontmantelen? Zie de voorstelling The Ferocious Four een geïmproviseerd actie-/superheldenverhaal. Leuk als je komt kijken!